Scherprechter Persvoorstelling


Mieke de Loof

"Kunst is de leugen die ons toelaat de waarheid te ontsluieren"


Toespraak Hr. KuypersAls we deze uitspraak van Pablo Picasso toepassen op Scherprechter, de nieuwe, heel spannende Sam Keizer-roman van Bob Mendes, dan wordt dit: Scherprechter is een verzonnen verhaal dat Bob Mendes toelaat de waarheid over de Belgische justitie aan het licht te brengen.
Scherp, kritisch, goed gedocumenteerd en met veel zin voor nuance, legt Bob in Scherprechter de zwakke plekken van de Belgische justitie bloot en hij doet dat met zoveel naturel dat je niet eens opmerkt hoe vernuftig hij feiten in fictie weeft. Als schrijver kan ik alleen maar met bewondering naar dit vakmanschap kijken: naar de heldere, klare plotlijnen, naar de perfecte spanningsboog, naar de manier waarop hij de lezer bespeelt, verleidt en op het verkeerde been zet en naar de subtiele technieken die hij gebruikt om kritisch commentaar op de actualiteit te geven – op de Fortiszaak, de guerre des juges, de Operatie Kelk, de installatie van de Hoge Raad voor Justitie. Nooit cynisch, wel sociaal bevlogen.

Die morele verontwaardiging is een constante in Mendes’ oeuvre. In een interview in de boeiende Mendesmonografie Bob Mendes, Meester in Misdaad van Henri-Floris Jespers, verwoordt Bob het zo: ‘… Ik heb ondervonden hoe de kleine man af en toe slachtoffer werd van bestuursbeslissingen in multinationale ondernemingen. Ik kon daar niets tegen ondernemen. Misschien verklaart dat waarom ik nu een wereldverbeteraar ben geworden, nu ik als schrijver een stem heb om onrecht aan te klagen.’
Scherprechter is het zevende verhaal in de Sam Keizer-reeks, een internationaal gewaardeerde serie rond de hoofdfiguur Samuela, Sam, een avontuurlijke, joodse privédetective met een heel eigen erecode, die op eigengereide wijze naar waarheid zoekt. De internationale waardering voor de Sam Keizer-serie blijkt onder meer uit de bekroning van Dirty Dancing – ook een Sam Keizer-verhaal – in 2003 in Duitsland met de prestigieuze Award International Crime Short Story Competition Atanas Mandadjiev.
Sams’ kantoor in de Vestingstraat 16, dat ze samen met abba, haar vader, runt, is het vertrekpunt van zoektochten in allerhande milieus. In Scherprechter bezoeken we deze keer niet de Hollandse synagoge aan de Bouwmeesterstraat maar trekken we naar een luxebordeel waar politici, captains of industry, modekoningen, mannequins, filmregisseurs en topcriminelen elkaar treffen. We leren dat ‘Yab Yum’ Sanskriet is voor ‘neuken’ en horen Sam in het Pomphuis zeggen hoe jammer ze het vindt dat de Lange Wapper-brug is weggestemd. We vangen zelfs een glimp op van cultuurschepen Philippe Heylen, die, als cameo, op een receptie in het MAS (het Museum aan de Stroom) opduikt. Kortom, de Antwerpse couleur locale weet Bob als geen ander op te roepen. Dat doet hij ook, heel subtiel, door abba schijnbaar achteloos Jiddische uitdrukkingen, wijsheden of woorden te laten rondstrooien. Tedere, talige strelingen waarmee hij zijn liefde voor zijn dochter uitdrukt. ‘Bist vorsight’ of ‘shoyn forgessen’ drukken meer uit dan een ellenlange liefdesverklaring.
Scherprechter begint in medias res, midden in de actie, en aan de beginzin herkennen we de hand van de meester: ‘De eerste keer dat ik Danny Stein in levenden lijve te zien kreeg, lag hij naakt op zijn rug en in diepe slaap op een bed, met naast zich een al even naakte, slapende Perzische schone.’ Sam maakt daar kennis met Danny Stein, een infiltrant, die zijn opdracht blijkbaar nogal letterlijk neemt. De scène is perfect gesneden en perfect gemonteerd. Daarna bouwt Bob twee verhaallijnen rustig op die schijnbaar niets met elkaar te maken hebben. In de ene verhaallijn zoekt Sam naar de persoon die de voorzitter van de correctionele rechtbank van Antwerpen met de dood bedreigt en in de andere helpt ze haar vriendin, die wanhopig toekijkt hoe haar minnaar, na een zware beroerte, verandert in een gekwetst dier dat wild om zich heen slaat. Bob vervlecht de twee verhalen steeds vaster met elkaar tot ze in een apocalyptische, zeer filmische eindscène, volledig in elkaar overvloeien.

Volgens Van Dale is een scherprechter zowel iemand die het vonnis uitspreekt als de beul, die het vonnis uitvoert. Zonder al te veel van de plot prijs te geven kan ik zeggen dat de beide betekenissen in Scherprechter aan bod komen. Meer nog, de gelaagdheid van dit ogenschijnlijk eenvoudige, knap opgebouwde misdaadverhaal, zorgt ervoor dat we ook de auteur, met zijn intelligente en kritische commentaar op de samenleving, als scherprechter kunnen zien. Een van de dominante thema’s in Bobs werk is, zo lezen we bij Henri-Floris Jespers, ‘ … de ambivalentie van de macht die ten kwade en ten goede aangewend kan worden; de ambivalentie ook van de machtsdenker die in eigen ogen eerlijk en consequent handelt, en geheel blind blijft voor de perversie van zijn drijfveren en de verdorvenheid van zijn handelingen.’ Scherprechter is hier een prachtige illustratie van. Daarbij komt nog dat Bob in Scherprechter ook heel interessante, morele vragen stelt. Vragen die bijvoorbeeld Jean-Paul Sartre stelt in Les mains sales: Of het mogelijk is onkreukbaar te blijven in een systeem dat aangetast is door corruptie, partijpolitieke spelletjes en vriendjespolitiek. Of je het recht in eigen handen mag nemen als je weet dat een crimineel, die nog veel onschuldige slachtoffers zal maken, vrijuit zal gaan. Of je een systeem moet tolereren waarin machthebbers zichzelf controleren. Of je een weerloos slachtoffer van zo’n systeem bent. Uitdagende, actuele vragen die Bob in Scherprechter, zijn beste Sam Keizer-verhaal tot nu toe, niet uit de weg gaat.
Scherprechter is spannend, maatschappijkritisch maar zit ook vol humor. Ik citeer weer uit de monografie van Henri-Floris Jespers: ‘ … Het is soms of hij de personages en situaties vaste vorm laat aannemen in een droom, of in een nachtmerrie. Groots opgezette taferelen hebben niet zelden een Jeroen Bosch-achtige connotatie.’ In Scherprechter gaat het niet zozeer om groots opgezette taferelen maar om beklijvende close-ups van bijvoorbeeld een aftakelende sportgod, die zijn laatste missie tot een goed einde wil brengen. Inderdaad, surrealistische, Bosch-achtige taferelen.

Ik wil mijn inleiding op Scherprechters eindigen met een vraag: Zou Sam het vrouwelijke alter ego van Bob Mendes kunnen zijn? Dat Bobs romans diep geworteld zijn in de eigen emotionele ervaring, staat buiten kijf. Dat is zo bij iedere goede schrijver. In Henri-Floris Jespers’ monografie zegt Bob: ‘Ik schrijf het allemaal niet van me af, maar weer naar me toe.’ Bobs queeste naar zijn joodse identiteit, zijn moedige zoektocht naar het uiteindelijke lot van zijn vader in de aangrijpende Canvasdocumentaire, zijn verbeelding als kunstenaar die verdriet, gemis en schuldgevoelens weet om te zetten in gelaagde misdaadromans, bevestigen deze uitspraak. David Grossman eindigde zijn aanvaardingsspeech van de Duitse Vredesprijs met de bedenking dat hij, na het rouwen om zijn zoon Uri, die op het einde van de tweede Libanon-oorlog sneuvelde, opnieuw begon te schrijven en met een soort verbazing de vreugde van het schrijven weer ontdekte. ‘Opnieuw ontdekte ik dat schrijven voor mij de beste manier is om te vechten tegen alle soorten willekeur en tegen het gevoel dat ik er het weerloze slachtoffer van ben. Soms is dat ook de manier waarop een mens kan ophouden met slachtoffer te zijn.’ Of, vertaald voor Scherprechter: door een protagonist op te voeren zoals Sam, die een diepgeworteld gevoel voor rechtvaardigheid heeft en geen slachtoffer maar een ‘winner’ is, creëert Bob Mendes een fascinerend personage dat in staat is om verborgen wensdromen te verwerkelijken. De zijne en de onze.

Mieke de Loof .
 
pagina terug terug naar boven

© copyright Bob Mendes, all rights reserved

Hosting & Webdesign by Linulex

Concept by Artchronicles