
Bob Mendes van Accountant tot auteur.
|
 Onze Tijd nr. 130 November 1998 |


Portret Bob Mendes door Fred Brouwer
|
Antwerpen - November 1998
Bob Mendes is een succesvol thriller-schrijver. Tweemaal winnar van de Gouden Strop voor het beste boek in dat genre, productief, internationaal gewaardeerd. Zijn nieuwste "De Kracht van het IJS" maakte hem tot de best verkochte Vlaming in Nederlan en ook bij ons loopt het boek als een trein.
Bob Mendes is een laatbloeier die pas begon te schrijven toen hij met pensioen ging. Een sinjoor, al laat zijn naam dat niet vermoeden. ,,In de l8de eeuw vonden er in Spanje en Portugal jodenvervolgingen plaats. Veel joodse Portugezen zijn toen naar Antwerpen afgezakt, ook de Mendessen. Ze zijn via de diamanthandel eerst in Amsterdam, later in Antwerpen ver-zeild. De familie is lange tijd zuiver joods gebleven, maar in de voorbije eeuw werden ook Vlaamse vrouwen gehuwd. De naam Mendes is via de mannelijke afstammelingen verder blijven leven. Wat de voornamen betrof, was het de gewoonte om het eerste kind naar de vader van de man te noemen, het tweede naar die van de moeder. Zo kreeg je in een gezin vaak een joodse naam, dan weer een christelijke enzoverder. Ik was nummer drie en heet David.”
Het enige joodse aan de Mendessen was dus hun naam, toch heeft Bob aan de oorlogsperiode wat wrange bermneringen overgehouden.
,,Ik meldde me aan voor mijn eerste baan, en moest mijn pas tonen. ‘Mendes David ? Zijde gij ne jood? Eerst naar het gemeentehuis een bewijs halen dat ge geen jood zijt ! Anders mochten ze ons niet in dienst nemen. Een naar gevoel ! De oorlog was vreselijk. Vader werd gearresteerd door de Duitsers, niet als jood, maar omdat hij in het verzet zat. Ik was nog geen 15 jaar, verliet de school en ging werken. In de boekhoudersbranche. Vreemd, maar vanaf het eerste middelbaar voelde ik dat boekhouden iets was uit een vorig leven. Ik vond accountancy en boekhouding doodgemakkelijk. Ik heb elf jaar avondonderwijs gevolgd om een universitaire titel te halen. Toen ik 25 was en afgestudeerd, ben ik onmiddellijk als zelfstandige begonnen.”
Fysieke Ontspanning met Raad en Daad.
Bob bouwde een bloeiend accountancybureau op. Ik kwam zijn naam voor her eerst tegen in de jaren ‘60. Sportfanaat zijnde, verslond ik als tiener de sportpagina ‘S en las met sympathie over Basketclub Antwerpse en hun aparte voorzitter. Juist, Bob Mendes.
,,Basketclub Antwerpse had enkele jaren kampioen gespeeld, maar de club was arm en moest de beste spelers verkopen om te overleven. Na de verkoop van René Aerts en Gibbe Ibens konden ze onmogelijk een nieuwe titel behalen. Toen werd ik voorzitter. Ik ontmoette via via een sportofficier bij het Amerikaanse bezettingsleger in Duitsland. Die wist de goede zwarte Amerikanen zitten. Het was net ‘the long hot summer’ in Amerika, de rassenrellen. Ik dacht: ik vraag hen om bij ons te komen spelen tot de problemen in Amerika voorbij zijn. Ik reed met mijn Morriske naar Duitsland, van kazerne naar kazerne, en wist spelers als Howell, Gates en Bryant te overtuigen. En... we werden weer kampioen.”
Zo lag Bob zonder meer aan de basis van de professionalisering van de topsport in ons land
“Op zoek naar geld vond Ik Ford bereid om te sponsoren: auto’s voor de verplaatsingen en 300.000 fr. (7.500 euro) per jaar. Daar konden wij zelfs niet één Amerikaan mee betalen. We betaalden ook niet echt. Ze kregen een vergoeding en daarbij moesten ze een halve dag gaan werken. Wat die kerels nooit deden Er stond altijd wel een vriendinnetje voor ze klaar.”
Bob proest het uit.,,Onvoorstelbaar Eén van hen was vijf dagen bij ons en kwam naar de training met een gloednieuwe Mustang décapotable. Cadeau van een schatrijk meisje. Begrijpelijk want het waren ook prachtige atleten! Goed, ik naar Ford, bedelen voor meer. De directeur was niet happig. Reclame op de truitjes mocht toen reglementair alleen vóór de wedstrijden. Zij waren enkel geïnteresseerd wanneer het ook tijdens de wedstrijd kon.
Ik heb urenlang wakker gelegen, maar plots had ik het idee: de clubnaam wijzigen! Ik maakte er Fysieke Ontspanning met Raad en Daad van. Dat haalde de frontpagina’s!
Ik moest voor het Centraal Comité verschijnen - bijna volledig Franssprekend - en ik was een con, mijn actie was impossible! Maar ik kon bewijzen dat de nieuwe naam juridisch geen reclame was. Ze moesten het goedkeuren. Twee weken later werd ik geschorst: tussen de letters FORD stonden geen puntjes. Dat was hun wraak! Ik heb nooit cadeaus gekregen. Antwerpen is op dat vlak een slechte stad. Reken er maar niet op dat Antwerpenaars hun club steunen. Kijk maar naar het voetbal! Een Antwerpenaar is niet chauvinistisch genoeg.”
Hallo ? Zeg dat nog eens Bob!
"Een Antwerpenaar zou een dikkenek zijn, wordt beweerd. Het is net omgekeerd ! Wij werden elk jaar kampioen. Waar we kwamen, was het altijd full house, behalve in eigen house. Ze kenden me van de Europacup en als de man die de koning van Marokko de hand schudde. Maar als ik vroeg of ze zelf al één wedstrijd hadden gezien. ‘Goe gij´ Dat is een Antwerpenaar! Van succes wil hij meegenieten vanop een afstand. Tot er financieel moet gesteund worden. Clubtrouw kent hij niet."
Met het verdwijnen van Bob verzeilde ook Antwerpse in een diep dal. Het basket hoofdstuk werd afgesloten, maar hij] bleef sportief bezig.
,,Ik tenniste. Ik heb 10 jaar geleden in Nederland het schrijverstoernooi gewonnen. Ik was er de enige Vlaming. Ik ben nog vaak teruggegaan, maar stilaan werd het de enige dag van het jaar dat ik mijn racket nog vast nam. Vijfjaar geleden heb ik het golf ontdekt. Dat speel ik elke namiddag. Enorm! Als je 18 holes speelt, heb je een wandeling van 10 kilometer gedaan!”
Een Verzetje
De overstap van geslaagd accountant naar even geslaagd schrijver van thrillers is niet watje vanzelfsprekend noemt.
,,Ik heb nooit gedacht: ik word schrijver. ben ik 50 werd, had ik het gevoel: ik ben jong begonnen, ik heb mijn deel gedaan. Er was de sport, het reizen, maar ik voelde dat ik een intellectuele bezigheid nodig had voor die mooie oude dag.
Eén van mijn idolen, toen ik als jonge kerel veel las, was Jan de Hartog. Hij had het helemaal gemaakt, ook in Amerika. Op een dag kon ik mee met een journalist die hem ging interviewen in Amsterdam. Misschien beeft die ervaring me enigszins tot schrijven aangezet. Maar toen twaalf jaar geleden mijn eersteling verscheen, stond mijn kennissenkring raar te kijken. Een economisch of fiscaal boek, dat zouden ze nog normaal hebben gevonden, maar een thriller ! Mijn beroepswereld en die thrillers gaan nochtans goed samen. Ik schrijf nooit klassieke misdaadromans met een lijk op pagina 1 en een inspecteur die redekavelend door het boek loopt en per ongeluk de oplossing ziet. Mijn figuren bewegen zich in de politieke en economische wereld van vandaag. Die achtergronden heb ik leren kennen via mijn werk.
Ik was geen boekhouder-met-stofmouwen, ik moest voor grote bedrijven in het buitenland allerlei straffe zaken bestuderen en oplossen. Iran, Irak, Israël. Zo maakte ik dingen mee die de normale burger niet ziet en ontmoette ik mensen die je normaal niet ontmoet. Die lichtten soms dekseltjes van potjes op. Daar put ik nu nog inspiratie uit. Al reis ik veel minder. Als je ouder wordt, verlang je meer comfort...
Mijn boeken hebben ook een hoog werkelijkheidsgehalte. Ik vind dat ze maatschappelijk iets moeten vertellen. Het Heizeldrama zit verwerkt in “Een dag van schaamte”, inclusief de politieoorlog en de politieke verantwoordelijken, die vierjaar later voor de rechtbank verschenen en... niet werden veroordeeld. De VDB-affaire zit in De fraudejagers. Link handelt over de zaak Cools en Agusta, vóór iemand wist hoe het in elkaar zat. Ik ben de eerste die gezegd heeft dat het eigenlijk een maffia-oorlog was.
Een harde wereld
Bob is uit de zakenwereld gestapt, maar zit nu als schrijver weer in de stress van een arbeidssituatie. Of niet?
,,Het is bijna een fulltime job. Hoewel. Ik ga elke dag golf spelen. Ik werk slechts een halve dag. Dat is ook weer niet helemaal zo, want als je schrijft werkje altijd. Maar ik doe het doodgraag. Alleen als men mij lastigvalt, of een hatelijk artikel schrijft waarvan je duidelijk voelt dat het niets met het boek te maken heeft, maar met persoonlijke haatgevoelens, dan heb ik het moeilijk. Dan denk ik: nu schrijf je als hobby, en moet je je nog laten beledigen ook! ‘t Is een harde wereld!”
Momenteel wordt De Kracht Van Het Vuur in Amerika vertaald. Nu ben je helemaal binnen, lach ik.
,,Je moet daar geen té geweldig idee van hebben! Wij zijn in Vlaanderen ongelukkig omdat in dit kleine taalgebied de meeste boeken slechts op 2.000 exemplaren verschijnen. Of minder! In Amerika haalt de doorsneeschrijver - niet die 10 supertalenten- ook maar 5.000 stuks. Straffer nog: als die doorsneeschrijver er een boek wil uitgeven, moet hij zelf de kosten dragen.
Vergelding is in Amerika uitgegeven: 25.000 exemplaren, mooie paperback, 320 frank. Daar verdien ik den halve dollar op. Geloof me, je moet het vooral doen voor de eer. Als thrillerschrijver word je in Vlaanderen niet bij de echte literatuur gerekend. Ik heb in
Nederland twee belangrijke prijzen gekregen, hier moet mijn eerste erkenning als schrijver nog komen. In Amerika ben ik door The Library of Congress, het hoogste literaire orgaan, officieei ontvangen. Een lezing in het bijzijn van geleerde professoren, schitterend diner, den artikel in het bulletin, grote foto, alles erop en eraan. Bij ons stand dat niet eens in de krant! Daar is, behalve ik, slechts één Vlaamse schrijver ontvangen: Hugo Claus! Bij ons kan ik niet in één adem genoemd worden met Claus. Hier vindt men thrillers geen kunst. In de USA wel.”
Gelukkig zijn
,,Soms mis ik de drukte van vroeger. Als ik toevallig nog eens vroeg de deur uit moet, zie ik de buurman in zijn auto stappen, den paar huizen verder nog één.... Dan denk ik: dat is het! Maar lang duren die gedachten niet. Ik geniet volop van mijn oude dag. Ik heb den fijne vrouw, toffe kinderen, kleinkinderen... al zijn wij niet het slag dat leeft om elke dag op die gasten te passen. We wonen heerlijk tussen de bossen en hebben tijd en geld om van alles te doen ! Ik zeg vaak: ik heb geen jeugd gehad, maar daarna ben ik door het lot verwend ! Dit is zonder twijfel de gelukkigste tijd van mijn leven !”
|
|
|
|
|
|